Ik studeerde Klassiek Piano DM, maar voelde dat ik eigenlijk in het theater thuishoorde.
Ik ging tijdens mijn studie werken in een klein theatertje als organisator en richtte een muziektheater gezelschap op: “MuziekTheater Lef” waarvan ik muzikaal leider was. Na mijn afstuderen aan het conservatorium ging ik werken bij toenmalige Theater The Bank waar nu cafe Du Lac aan de Haarlemmerstraat zit, wederom als programmeur van theaterprogramma’s. Dit theatertje ontving geen subsidie, moest verbouwen, ging uiteindelijk failliet en ik begon met acteren en als muziekmaker bij verschillende kleine en grote theatergezelschappen. Ik trad toe tot een groepje dat de eerste theatersport voorstellingen ontwikkelde en speelde in Amsterdam en Nederland. Als improviserend acteur stelde ik niet veel voor, maar ik werd ten minste wel de eerste voorzitter van TVA. Theatersport Vereniging Amsterdam is hier uiteindelijk uit voortgekomen. Een enorm leerzame periode, waarbij ik op mild-pijnlijke en kritische wijze het improviserend acteren ontdekte. In dezelfde tijd maakte ik deel uit van een groep die zelf theaterworkshops organiseerde en had toneellessen van o.a. Lucas Borkel, Shireen Strooker en anderen. Ook raakte ik betrokken bij parttime theateropleiding De Trap, gaf daar lessen aan de vooropleiding tot acteur en was co-regisseur, muziekmaker bij een afstudeervoorstelling.
Even later kreeg ik uitnodiging om in Amerika een Master of Arts te halen als graduate assistant in music and theatre. Ik vertrok.
Overwoog in het vliegtuig de mogelijkheden: verder in de muziek? Als organisator in het theater, acteur worden? regisseur?
Ik koos voor de regieopleiding en daar kwamen acting classes als vanzelf bij: Een master of Arts in Directing en Acting. Mooi.
Hoewel leerzaam vond ik de lessen net als in Nederland zelden inzichtgevend en kreeg ik weinig vat op de onderliggende principes die het acteren tot een overdraagbaar vak zouden moeten maken. Totdat er op een dag een les werd werd gegeven
Terug in Amsterdam moest ik aan de bak als theaterregisseur. Na een lastige opstart lukte dat. veel studenten regies in grote zalen, amateurgezelschappen in kleinere zaaltjes en een enkel eigen semiprofessioneel project. Ook werkte ik enkele jaren bij Jongerentheater Nultwintig en educatieve instellingen aan theaterprogramma’s met jongeren.